De grote rupsendoder is van een afstand al gemakkelijk herkenbaar aan het oranje achterlijf. Hier laat een vrouwtje zich tijdens de maaltijd door versieren door een mannetje.
Na de paring zijn het de vrouwtjes die het zware werk doen en de prooien verslepen naar het nest. Deze grote rupsendoder leek moeite te hebben om het nest te vinden. Dit was gegraven op een zanderig, afgeplagd terrein in natuurreservaat De Borkeld. Met de rups tussen de poten doolde zij daar over de zandvlakte. Eenmaal bij het nest aangekomen had zij zéker 50 meter afgelegd!
Zij trok de rups achterstevoren het hol in, dichtte het gat af en harkte daarna het zand rondom nog even netjes aan.
Graafwespen doden hun prooi niet, maar verdoven deze met een gif. Hierdoor blijven zij langer vers. Als hun larven eenmaal uitkomen hebben zij nog voor ca. twee weken te eten.
Naar de serie van de gewone vliegendoder (andere graafwesp)